dit zijn de vragen van het examen analyse januari 2014.
Theorie:
- leg het verschil uit tussen ISE en redoxelectroden op ongeveer een halve pagina
- wat geeft de C term weer in de Van Deemtrer Curve
- twee keer een oefening, en dan moest je uitleggen hoe je op de oplossing komt en welke formules je gebruikt, zonder het echt uit te rekenen. De oefeningen kwamen ook letterlijk uit het boek.
- leg heel het Jablonksi diagram uit
Oefeningen:
- leg uit hoe je aan de C term van Van Deemter Curve komt
- wat is de molfractie van bicarbonaat? (formula met alfa voor HCO3)
- een oefening over standaardadditie, kwam letterlijk uit het boek
- een oefening over concentraties en verdunningen en absorbantie, kwam ook letterlijk uit boek
THEORIE
- De LOD van een ISE wordt op een andere manier bepaald dan bij 'gewone' chromatografie. Leg de 2 verschillende manieren uit.
- tot welk soorten behoren de volgende solventen ( aprotisch, protogeen, protofiel of amfiprotisch)?
- hij geeft een mengsel van een aantal zuren die getitreerd kunnen worden met een base in een bepaald solvent. Is dit leveling of anti leveling effect? leg het leveling effect uit.
- leg EOS en EP uit (uit de formule µ = µEP + µ EOS en verklaar de volgorde van ADF en AMF (eerst AMF, minder negatieve lading)
- Welke opstelling gebruikt men in Redox potentiometrie? Wat is er kenmerkend aan een redoxindicator?
- Als ik een proteïne wil retentie geven op een kationenuitwisselaar, hoe moet de pH dan gekozen worden (redeneer met I.E.P. of pI).
- In welke situatie zou je gebruik maken van de gran methode? Leg de gran plot uit en zeg ook wat er op de x en y as moet staan
OEFENINGEN
- oefening van antabuse van uit de cursus
- oefening van titratie van Fe3+ en Fe2+ met EDTA (ook letterlijk uit de cursus)
- nog een gelijkaardige oefening :)