ge kreeg het enzyme glucose-6-fosfaat dehydrogenase me glucose-6-fosfaat als substraat en 1,2-bisfoglyceraat als remmer.
Daarbij krijgt ge dan een lineweaver burke grafiek.
1a) welke parameters kunt ge afleide uit de lineweaver burke grafiek met bijvraag wa het verband was tusse vmax en kcat.
1b) moest ge zegge welke remmer het was (ge zag da vmax constant bleef en Km veranderde)
2) 2a : welk beschermingseffect glucose-6-fosfaat-dehyrogenase kan hebben op het lichaam.
2b : in welke metabole banen glucose-6-fosfaat allemaal vookomt en een factor geven dat regelt in welke metabole baan glucose-6-fosfaat wordt gebruikt.
3) was dat da glucose-6-fosfaat-hydrogenase dan wel eerste geactiveerde moest worden.
Daar had het een speciaal bindingsplaats voor op het de promoter regio waar NFkB op kan binden.
3a) Wat is NFkB.
3b) hoe wordt dat geïnduceerd en naar de promoter regio gebracht
4) : antwoord in 1 - 2 zinnen
1) geef de reactievergelijking van cystine in aanwezigheid van O2
2) DNA segment bevat 30% G, hoeveel % A+T is dat.
3) Leg proteasoom uit
4) leg epigenetische factoren uit
5) structuur van een vitamine gegeven, geef daarvan de naam van het vitamine, afgeleide cofactor en rol in welke reacties
6) Welke netto lading heeft heparine: negatief of positief omcirkelen (bijvraag: kan heparina oraal worden toegediend)
7) waarom moeten we linoleenzuur uit dieet halen
8) wat zijn transitietoestandsanalogen
-- Edited by Jana on Wednesday 18th of June 2014 09:04:41 AM
Vragen biochemie groep D: 1) Lineweaver-Burk vergelijking afleiden en grafiek van een remmer en dan zegge welke remmer, ook de IC50 berekene bij S=100 en zegge ofda hetzelfe is als de Ki
2) Zowa alles van biogene amines en de Gs-receptor uitlegge
3) Eiwitsynthese voor secretie (dus me endoplasmatisch reticulum enzo)
en dan extra vraagjes: hexokinase in de lever, structuur van liponzuur herkenne, homeostase uitlegge, ligase, .