1. Wat zijn virulentiefactoren? Bespreek er 2 naar keuze en geef van elk:
a) structuur
b) functie
c) 2 kiemen die deze virulentiefactor bezitten
2. a) Teken de structuur van peptidoglycan.
b) Bespreek de aanmaak van peptidoglycan aan de hand van een figuur.
3. a) Welk antibiotica kan gebruikt worden voor mycoplasma?
b) Geef de werking van dit antibiotica.
4. Op welke manieren kan je de volgende dingen steriliseren? Geef alle mogelijkheden en de voorkeur.
a) glazen fles
b) iets van plastic
c) endoscoop
d) olijfolie
5. Geef een overzicht van alle fungale asexuele sporen. Geef van elk een voorbeeld en tekening.
6. (Peter Delputte)
a) Geef de 6 stappen van virale replicatie, bespreek elke stap kort.
b) Leg uit wat het verschil is tussen een primaire explant cultuur en een gewone celcultuur.
c) Virussen kweken in geëmbryogeneerd kippenei: geef voordelen en nadelen en voor welk virus deze techniek wordt gebruikt.
7. Geef van de volgende kiemen a) phylum b) gram positief/gram negatief/zuurvast c) staaf/coc d) volledige naam e) ziekte
a) vibrio
b) streptococcus
c) bordetella
2e zit 2015
1) leg de celwand van de zuurvaste bacterien en fungi uit + tekening
2) leg de resistentie overdracht mechanisme uit (3 van de 4)
3) leg de D, Z, L, F waarden uit + grafiek + formulle
4) uitleggen van 1 antifungaal middel, 1 antibiotica en 1 ontsmettingsmiddel (weet niet meer dewelke)
5) lactobacillus, vibrio, burkholderia
6) Delpute:
voor en nadelen van plastiek en glas
replicatiecyclus dierlijke DNA virus