Chlooramfenicol (pka 4 en 9.6) en acetylsalicylzuur (pka 3.5) worden gescheiden op een C8 kolom, eerst op ph=2.5 en vervolgens bij ph=10
Eluens: 50/50 methanol/water
Welke elutie volgorde zou je verwachten? Verklaar aan de hand van % verschillende vormen.
2. Teken een extractie schema vertrekkend van zuur milieu om acetylsalicylzuur (pka=3.5), paracetamol (pka=9.5), en codeïne (pka=8.4) van elkaar te scheiden.
3. Om de gehalte van een bepaalde stof in een gemengde poeder te bepalen, wordt de absorptie van een verdunde oplossing gemeten. Stof A heeft geen absorptie bij UV golflentes, maar stof B wel.
20.0mg van de poeder wordt opgelost in 100ml water. 10ml daarvan wordt nog eens verdund in een maatkolf van 100ml. Daarna wordt de absorptie gemeten.
A= 0.740 ε=17086/M*cm 1cm cuvet MG=461.8g
Wat is de massa % van stof B in de poeder?
4. Om .250L van een 2M HCl oplossing te maken, wordt er 53.3ml van de geconcentreerde oplossing gebruikt.
Wat is de concentratie van HCl van de orspronkelijke oplossing in m%? dichtheid: 1.14g/ml MG: 36.46g
5. GC vragen: verdunningsreeks maken en daarna onbekende concentratie vinden op basis van een gegeven formule