1. Welke stelling is niet juist? a) Een partiële agonist werkt als competitieve antagonist wanneer gegeven met een volle agonist b) Theofylline activeert verschillende FDE's c) Bij tachyfylaxie krijg een snel verminderende werking van een GM bij herhaalde toediening d) functioneel of fysiologisch antagonisme betekent dat twee antagonisten via hun eigen specifieke receptor een tegengestelde werking tov elkaar hebben
2. Een intravasculaire toediening van 40 mg GM. Op t=0 is de plasmaconcentratie 0,1 microgram/ ml. Wat is het schijnbaar verdelingsvolume Vd? a) 400 L b) 40 L c) 4 L d) 0,4 L